Café Größenwahn

Het café van de literaire bohemiens.

Het kleine café bestond al sinds 1903 en was een van de eerste in West Berlijn die de literaire salons verving en daarmee een einde maakte aan de elitaire genoegens van een zichzelf bevestigende literaire en artistieke bovenlaag. In het begin was het een gewoon café voor bewoners van dit stadsdeel dat zich in weinig onderscheidde van andere cafés waar men koffie dronk en de krant las. Maar al snel werd het een belangrijke broedplaats voor literaire en artistieke ontmoetingen en daarmee een oord voor vernieuwende programma’s, manifesten en plannen. Het werd de plek voor sociale kontakten, meningen en een bron voor berichten en roddels. Het werd het café van de literaire bohemiens.

Kort voor de eerste wereldoorlog raakte het café steeds meer in de publiciteit. Het was vooral de rechtse pers die zich roerde en zijn peilen richtte op de literaire dwarsliggers en deze afschilderde als gespuis dat Berlijn in een poel van verderf zou storten. Vandaar mogelijk de geuzen naam: Café Größenwahn.

En zo waren ze ook de artistieke bohemiens en gedroegen zich zoals de brave burgers het bevroedden. Oskar Kokoschka scheerde zijn hoofd kaal om daarmee de voorbijgangers te sjokkeren en later zou George Gross met wit geschilderd gezicht en in een geruit jasje met zijn wandelstok een gevecht met de hemel aangaan.

Maar de absolute monarch van het Café Größenwahn was de oberkelner Herr Hahn.

img_0040
Herr Hahn. Tekening door John Höxter

Niemand kende zijn voornaam en niemand had het lef hem ernaar te vragen. Hij was een heer van top tot teen die zijn stamgasten met vaderlijke gestrengheid behandelde. Frank Wedekind noemde hem “Herrscher aller Preußen” en Else Lasker-Schüler beschreef hem als “Der König mit dem Zauberstab”.

De toverstaf was een klein potloodje waarmee Herr Hahn de rekeningen “op de lat” deed terechtkomen. Herr Hahn had namelijk met welgestelde mecenassen, zoals de vijf Ullstein broers en met de kunsthandelaar Paul Cassirer een afspraak over niet betaalde rekeningen onder voorwaarde dat het alleen eten, koffie, koek en mineraalwater zou betreffen. Maar Herr Hahn was vindingrijk en maakte van een flesje wijn op de rekening gemakkelijk een Wiener Schnitzel.

Herr Hahn had ook humor, en nadat hij Frank Wedekind een kop bouillon had gebracht en Wedekind hem plagend vroeg: Waarom is die kom zo nat?, antwoordde hij, terwijl hij zijn knijpbril bedachtzaam op de neus zette: “Dat is de soep Herr Wedekind”.

img_2234De tweede machtige heerser in het safe was Richard, de roodharige Krantenkoning. Van hem kende niemand de achternaam en dat was ook niet noodzakelijk. Voor de journalisten was hij eenvoudig Richard. Hij bepaalde wie het eerst de buitenlandse krant mocht lezen. Maar het was toch vooral de rustige Siegfried Jacobsohn, de uitgever van die Schaubühne (later Weltbühne) die om wat voor reden dan ook een streepje voor had en als allereerste de Daily Mail of de Paris Soir van Richard kreeg aangereikt. Wie het in zijn hoofd haalde om aan Richard te vragen of: “Jacobsohn eindelijk de Daily Mail al uit had”. Kreeg voorlopig geen krant.

Applaus klonk zelden in het café, maar toen de criticus Alfred Kerr zijn beroemde brief aan de politiecommandant Traugott von Jagow in het tijdschrift Pan (uitgever Paul Cassirer) had gepubliceerd, gingen de handen op elkaar. Toen de politiecommandant het had gewaagd om een amoureuze brief aan de vrouw van Paul Cassirer, Tilla Durieux, te schrijven zonder te weten dat het om zijn echtgenote ging, was dit voor Paul Cassirer de aanleiding Alfred Kerr te vragen de politieman genadeloos te fileren. Een niet onbelangrijke bijkomstigheid was dat von Jagow in Berlijn belast was met het handhaven van de censuur in de stad. De stad smulde wekenlang.

Later, tijdens een linkse demonstratie, was hij verantwoordelijk voor de briljante tekst:

De straat behoort het verkeer, Ik waarschuw nieuwsgierigen. V Jagow

Jagow werd als een van de initiatoren van de Kapp-putsch (1920) in 1921  wegens: “Beihilfe zum Hochverrat” en vanwege „selbstlose Vaterlandsliebe“ tot slechts 5 jaar Festungshaft veroordeeld

Vanaf 1913 begon de ster van het café te verbleken, hetgeen voor de eigenaar Ernst Pauly reden was om verderop aan de Kurfüstendamm nummer 26 een nieuw café des Westens te openen, een concert café. Op het oude adres bleef het Café Größenwahn tot 1915 bestaan. Reden voor Else Lasker-Schüller een open brief te schrijven aan Paul Block, redacteur van Feuilletons in het Berliner Tageblatt.